Het leergebied digitale geletterdheid

Digitale technologie is overal in de samenleving: in het klaslokaal, thuis en op het werk. Het is dan ook essentieel dat leerlingen leren om daar bewust, vaardig en kritisch mee om te gaan. Dat is de kern van digitale geletterdheid: weten wat digitale technologie is, hoe het werkt, wat je ermee kunt én welke impact het heeft op jezelf en de wereld om je heen.

Digitale geletterdheid is meer dan alleen veilig omgaan met een computer. Het gaat ook over kritisch nadenken over algoritmes, media en AI, over samenwerken met behulp van technologie, en over het zélf maken van digitale producten.

Waar staan we nu?

Digitale geletterdheid is opgenomen als nieuw leergebied in de actualisatie van de kerndoelen. SLO heeft in 2024 een set conceptkerndoelen gepubliceerd. Deze worden op dit moment in de praktijk beproefd in samenwerking met scholen.

  • September 2025: SLO levert een set definitieve conceptkerndoelen op aan het ministerie van OCW
  • Najaar 2025: het ministerie besluit over wettelijke vaststelling
  • September 2027 (richtjaar): scholen zijn wettelijk verplicht om het leergebied daadwerkelijk in de praktijk te brengen
  • In de tussentijd kunnen en mogen scholen vrijwillig aan de slag met de doelen.

Bij i&i juichen we dat laatste toe. Hoe eerder digitale geletterdheid een plek krijgt in het curriculum, hoe beter leerlingen voorbereid zijn op de samenleving van nu én straks.

Voor wie geldt dit?

Digitale geletterdheid wordt een leergebied voor:

  • Het primair onderwijs: van onderbouw tot groep 8
  • De onderbouw van het voortgezet onderwijs: inclusief vmbo, havo én vwo
  • Het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs: met een eigen set functionele kerndoelen, afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen

Het doel is een doorlopende leerlijn van basisschool tot bovenbouw, met aandacht voor praktische vaardigheden, kritisch denken en creatief gebruik van technologie.

Risico’s beperken, kansen benutten

Digitale technologie brengt kansen, maar ook risico’s. Denk aan desinformatie, online groepsdruk, afhankelijkheid van AI of inbreuk op privacy. Tegelijkertijd biedt technologie leerlingen juist nieuwe manieren om zich te uiten, samen te werken, te leren en de wereld te begrijpen.

Digitale geletterdheid helpt leerlingen:

  • zichzelf te beschermen en anderen te respecteren
  • grip te krijgen op hoe technologie werkt
  • bewust keuzes te maken in een digitale samenleving
  • digitale middelen creatief en constructief in te zetten

Vakintegratie

Een kracht van digitale geletterdheid is dat het zich uitstekend leent voor vakoverstijgend onderwijs. Veel scholen kiezen er daarom voor om digitale geletterdheid niet als los vak te organiseren, maar juist te integreren binnen bestaande vakken. Dat biedt kansen voor betekenisvolle inbedding van inhoud, context en opdrachten binnen het reguliere curriculum.

Hieronder een aantal voorbeelden van mogelijkheden voor integratie van digitale geletterdheid binnen andere vakken en leergebieden.

VakVoorbeeld van digitale geletterdheid
NederlandsLeerlingen analyseren hoe taalgebruik in AI-chatbots verschilt van menselijk taalgebruik en beoordelen de betrouwbaarheid van automatisch gegenereerde bronnen.
EngelsLeerlingen onderzoeken hoe algoritmes Engelstalige content aanbevelen op sociale media, en wat dat betekent voor taalverwerving en beeldvorming.
AardrijkskundeLeerlingen gebruiken GIS-software om klimaatgegevens of bevolkingsspreiding te visualiseren en trekken conclusies uit datapatronen.
GeschiedenisLeerlingen analyseren hoe digitale platforms historische informatie presenteren, filteren of vervormen, en oefenen digitale bronnenkritiek.
MaatschappijleerLeerlingen bestuderen hoe algoritmes bijdragen aan sociale bubbels of polarisatie, en presenteren hun bevindingen in een debat of visualisatie.
LevensbeschouwingLeerlingen onderzoeken hoe online aanbevelingssystemen invloed hebben op persoonlijke overtuigingen, zingeving of religieuze content.
FilosofieLeerlingen reflecteren op vragen als: kan een AI moreel verantwoordelijk zijn? Wat betekent denken in tijden van kunstmatige intelligentie?
EconomieLeerlingen analyseren hoe algoritmes in e-commerce gepersonaliseerde prijzen en advertenties genereren, en wat dit betekent voor consumentenkeuzes.
WiskundeLeerlingen verwerken datasets in een spreadsheet en verkennen statistische concepten zoals gemiddelden, correlaties en datavisualisatie.
NatuurkundeLeerlingen modelleren een natuurkundig verschijnsel (zoals valbeweging) met een simulatie en vergelijken die met praktijkmetingen.
ScheikundeLeerlingen programmeren een eenvoudige simulatie om moleculaire processen te visualiseren en te analyseren.
BiologieLeerlingen gebruiken digitale microscopen of beeldherkenning om celstructuren of organismen te analyseren en classificeren.
TechniekLeerlingen ontwerpen en bouwen een digitaal prototype (bijvoorbeeld een CO₂-meter) met behulp van microcontrollers zoals Arduino.
KunstLeerlingen maken een digitaal ontwerp of beeld met AI-tools, en reflecteren op creativiteit, auteurschap en digitale expressie.
MuziekLeerlingen bewerken geluidssamples of maken een eigen compositie met digitale tools en bespreken de impact van technologie op muziekproductie.

Naast integratie binnen vakken, kan digitale geletterdheid ook worden aangeboden als apart vak, of een plek krijgen binnen projectonderwijs, thematische weken of keuzemodules. Wat werkt, hangt af van de visie van de school, de beschikbare expertise en de ruimte in het rooster.

Wat i&i betreft is het belangrijk dát leerlingen met digitale geletterdheid aan de slag gaan. Daarbij vinden we het essentieel dat technologie betekenis krijgt in context: digitale vaardigheden komen pas echt tot hun recht wanneer ze verbonden zijn met inhoud, vakken en maatschappelijke vraagstukken. Hoe scholen dat vormgeven, geïntegreerd of als apart vak, kan verschillen, zolang het doel helder is.